De taart is ontzettend lekker met een goede dot crème fraîche. Zeker als de taart nog warm is. Zalig! Het recept komt uit ‘Rick Stein’s French Odyssey’.
Bodem van fonceerdeeg
250 gram bloem
125 gram niet te koude boter, in kleine stukjes
1 ei 1 theelepel fijne kristalsuiker
½ theelepel zout
0,4 dl koud water
Vulling
350 gram gedroogde pruimen
6 eetlepels Armagnac (of port, pommeau, cognac)
1 groot ei
55 gram gemalen amandelen
85 gram suiker
300 gram crème fraîche
Doe de pruimen met de Armagnac in een kom. Dek de kom af en laat minstens een uur staan. Ik laat de pruimen vaak een nachtje wellen.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Kneed de ingrediënten voor het deeg door elkaar en rol het uit tot een grote lap van 5 mm dikte. Bekleed hiermee een ingevette bakvorm met een doorsnede van 28 cm en een losse bodem. Laat het deeg in de koelkast minimaal 20 minuten rusten. Leg dan een stuk bakpapier op de bodem vul deze op met een steunvulling van gedroogde erwten of bonen of gebruik bakknikkers. Bak de bodem vervolgens 15 minuten op 180 graden. Haal de steunvulling eruit en bak nog 5 minuten. Laat bodem in de vorm iets afkoelen.
Verhoog de temperatuur van de oven naar 190 graden. Giet de pruimen af, maar bewaar de Armagnac. Verdeel de pruimen over de bodem. Meng vervolgens in een kom alle ingrediënten voor de vulling door elkaar en voeg de Armagnac toe. Zorg ervoor dat het een egaal mengsel is. Verdeel dat mengsel over de pruimen en bak de taart 45 minuten in de oven totdat de bovenkant mooi goudgeel is.
De taart kan zowel warm als koud worden gegeten en is heerlijk met crème fraîche.
Reacties
Een reactie posten