Dat
kan toch niet! Dat ze bij Heel Holland Bakt Deens gebak maken en dat ik dat nog
nooit heb gedaan. En dat terwijl wij thuis helemaal Scandinavië-verslaafd zijn
op dit moment.
Scandi-mania
mag je het wel noemen als je het liefst je huis vol zou zetten met (duur)
Scandinavisch design. Op vakantie bent geweest in Zweden en Denemarken. Op Netflix
alle Scandi-series kijkt. Als je op Facebook zoveel Deense, Zweedse en Noorse
pagina’s hebt geliked dat er per een waar bombardement aan Scandinavische interieurs
en recepten voorbij ziet komen. Met de bijbehorende teksten die ik
probeer te lezen, wat inmiddels aardig lukt.
Laatst
stond er in de krant een verhaal over een jongen die na een hersenschudding
door een klap op zijn hoofd vloeiend Spaans sprak. Zou dat bij mij gebeuren dan
sprak ik daarna vloeiend Scandi, zo’n mengeling van Deens, Zweeds en Noors.
Kortom,
het is eigenlijk een schande dat ik nog nooit Deens gebak had gemaakt. Wel
genoeg gegeten op vakantie overigens. Dat dan weer wel.
Maar
er moest gebakken worden dus! Deens deeg is een soort bladerdeeg, maar dan met
gist erin verwerkt. Heel erg lekker, maar wel wat bewerkelijk. Het is
belangrijk dat je het deeg en de boter echt heel erg koud verwerkt. Zo blijven
er mooie laagjes boter tussen het deeg. Wanneer de boter te warm wordt raakt
het vermengd met het deeg en ontstaan er tijdens het bakken geen laagjes. Ik
heb de gebakjes simpel gehouden met banketbakkersroom en een abrikoos. Je kunt er eindeloos mee variëren, maar voor
de eerste keer vond ik dit wel prima! Heerlijk ’s avonds op de bank met een
kopje thee tijdens het kijken van onze favoriete Scandi-serie op Netflix van
dit moment; Dag, een Noorse komedie met cynische,
zwarte humor. Een aanrader!
Deeg
500
gram bloem
1
zakje gedroogde gist
25
gram roomboter
15
gram suiker
1
ei
250
ml ijskoud water
10
gram zout
225
gram koude boter
Banketbakkersroom
500 ml melk
4
eierdooiers
150
gram suiker
1 vanillestokje
2
eetlepels bloem
1 blikje abrikozen
Begin
met de boter. Gebruik een pakje boter en haal daar een klein plakje van 25 gram
af. Dit gaat door het deeg. Neem de 225
gram boter uit de verpakking en leg het tussen 2 velletjes bakpapier en rol met
een deegroller over de boter totdat je een plak boter hebt van 15 x 25 cm.
De
boter moet ijskoud zijn. Ik leg hem daarom tot gebruik in de vriezer. Maar houd
wel in de gaten dat de boter niet bevriest.
Daarna
moet het deeg gemaakt worden doe daarvoor alle ingrediënten behalve het zout in
een kom en meng alles door elkaar. Vervolgens mag ook het zout erbij. Zout
vermindert de werking van gist, dus vandaar dat het er niet meteen in het begin
erbij wordt gedaan.
Kneed
vervolgens met je handen of met de deeghaak van de mixer totdat er een soepel
deeg is ontstaan. Dit duurt ongeveer 5 minuten.
Leg
het deeg vervolgens in de koelkast zodat het weer goed koud wordt.
Wanneer
het deeg koud is kan het worden uitgerold tot een plak van 15 x 40 cm.
Pak
dan de koude plak boter en leg deze op het deeg. De plak boter zal dan ongeveer 2/3 van het
deeg beslaan. Zorg ervoor dat de boter boven zit en het onderste deel van het deeg geen boter heeft. Vouw dan het stuk deeg waar geen boter op zit
over de helft van de boter heen. Vouw vervolgens het bovenste stuk deeg met
boter daar weer overheen. Je hebt dan drie lagen deeg met daartussen boter. De
vouwnaden liggen horizontaal.
Leg
het deeg daarna in de koelkast zodat het weer helemaal koud wordt.
Maak
ondertussen de banketbakkersroom.
Halveer daarvoor het
vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Breng in een pan de melk
met het vanillemerg en de helft van de suiker aan de kook. Roer de eidooiers
met de rest van de suiker los en roer de bloem erdoor. Schenk een scheutje
warme melk over het eimengsel en roer het met een garde meteen goed door
elkaar. Schenk dit mengsel terug in de pan bij de melk en roer ook nu alles
meteen weer goed door elkaar. Breng de
banketbakkersroom aan de kook en laat op laag vuur circa 3 minuten garen. Blijf ondertussen goed roeren. Stort de
banketbakkersroom dan uit op een, met koud water afgespoeld en niet afgedroogd,
plat bord en bedek met plasticfolie of een velletje bakpapier. Dit voorkomt
velvorming op de banketbakkersroom.
Haal
dan het deeg weer uit de koelkast. Leg het met de vouwnaad verticaal neer en
rol het deeg weer uit tot een lap van ongeveer 15 bij 40 cm. Vouw het onderste
deel (1/3) weer naar boven en het bovenste deel daar weer overheen zodat je
weer drie lagen deeg hebt met een horizontale vouwnaad.
Leg
het deeg weer weg in de koelkast.
Haal
het na een half uurtje uit de koelkast, draai het weer een kwartslag zodat de
vouwnaad verticaal ligt en herhaal bovenstaande procedure.
Leg
het deeg weer weg in de koelkast en herhaal dan het uitrollen en vouwen nog
twee keer waarbij je het tussendoor steeds weer laat afkoelen in de koelkast.
Het
is een heel proces en ik vond het ook best lastig om al die handelingen voor me
te zien, maar even zoeken op youtube deed wonderen. Als je zoekt op ‘danish
pastry’ kom je meer dan genoeg filmpjes tegen waarbij de techniek van het
vouwen en uitrollen uitgelegd wordt.
Na
de laatste keer terug koelen kan het deeg worden uitgerold tot en lap van
ongeveer 1cm dikte. Snijd uit de lap vierkantjes van 10 x 10 cm.
In
dit filmpje https://www.youtube.com/watch?v=a54Bc2Mbx0A zie je hoe je daarvan
leuke vormen kunt maken.
Leg
de vormpjes op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ze op een warme plek
nog 30 minuten rijzen.
Verwarm
ondertussen de oven voor op 200 graden.
Doe
op elke vormpje een flinke lepel banketbakkersroom en een abrikoosje. Kluts een
eitje en bestrijk de deegrandjes met dit eimengsel voor een mooie glans.
Bak
de vormpjes dan goudbruin in 20 minuten.
Lekker
dat ze dan zijn!
Reacties
Een reactie posten